Rvs-Cde  Raad van State
 

Inhoudelijke wijzigingen


In vergelijking met de aanbevelingen van 2001 kunnen drie inhoudelijke wijzigingen worden aangestipt:

    a)    de eerste wijziging betreft de nummering van onderdelen, die ingevoegd worden tussen bestaande onderdelen (artikelen, paragrafen, afdelingen die artikelen groeperen, enz.). Volgens de aanbevelingen van 2001 werden de ingevoegde delen aangeduid met “bis, ter, quater, ...”. Nu wordt aanbevolen deze ingevoegde onderdelen te nummeren onder de vorm van een slash gevolgd door een bijkomend nummer in Arabische cijfers (vb.: art. 5/1, art. 5/2, enz.), behalve in teksten die reeds een andere manier van nummering gebruiken en dit om de homogeniteit van de tekst te bewaren (zie de aanbevelingen nrs. 123 en 124). Deze nieuwe wijze van nummering heeft het voordeel dat ze beter aangepast is aan opzoekingen in elektronische gegevensbanken, zij vermijdt eveneens mogelijke twijfels met betrekking tot de juistheid (vb.: nonies of novies ?)  en de betekenis (vb.: undevicies) van een bepaald nummer;

    b)    de tweede wijziging betreft de hypothese waarbij een Europese verordening in intern recht wordt uitgevoerd door een besluit. Volgens de aanbevelingen van 2001 was het mogelijk in de aanhef van dit besluit te verwijzen naar deze verordening in de vorm van een “overweging”. Thans is de vermelding van deze verordening verplicht in de aanhef. De vermelding dient te gebeuren vóór de vermelding van de rechtsgrond van het besluit en dient ingeleid te worden door de woorden “Gelet op” (zie aanbeveling nr. 40). Op deze wijze zal de lezer die aandacht heeft voor de informatie verschaft in de aanhef van een besluit, onmiddellijk ervan op de hoogte zijn dat hij dit besluit samen met de Europese verordening zal moeten lezen;

    c)    de derde wijziging heeft betrekking op de vermelding van de rechtsgrond van een besluit. Volgens de aanbevelingen van 2001 diende de aanhef van het besluit iedere pertinente akte te vermelden, gevolgd door het woord “inzonderheid” en de opsomming van de artikelen en eventueel hun onderdelen, die de rechtsgrond vormden. Nu wordt aanbevolen de opsomming van de artikelen niet meer te laten vooraf gaan door het woord “inzonderheid” omdat de aanduiding van de rechtsgrond in ieder geval zeer precies moet zijn (zie aanbeveling nr. 27).
 
© Raad van State, 2024 contact - FAQ - disclaimer - sitemap - cookies - privacy - twitter Powered by Doran Colibri.cms

{{messageCookie}} {{linkCookie}}