De Parti Populaire onrechtmatig gesanctioneerdBij arrest nr. 241.366 van 2 mei 2018 inzake de vzw Financement public du Parti Populaire en de vzw Fondation populaire vernietigt de Raad van State een beslissing van de Controlecommissie betreffende de verkiezingsuitgaven en de boekhouding van de politieke partijen van de Kamer van volksvertegenwoordigers. Bij die beslissing werd vastgesteld dat de Parti Populaire haar financiële verslag voor het boekjaar 2014 te laat had ingediend en werd haar een maand dotatie ontnomen. De Parti Populaire moest haar financiële verslag van 2014 uiterlijk op 30 april 2015 indienen. Ze diende het echter pas in op 7 mei, zeven dagen te laat. Op het ogenblik waarop die overtreding is begaan, bedroeg de wettelijk vastgestelde sanctie 7.000 euro. Bij een wet van 11 juni 2015 - dus van een latere datum - is op de financiële verslagen van 2014 echter de sanctie van toepassing verklaard waarbij minstens één maand dotatie wordt ontnomen, wat in dit geval neerkomt op een bedrag van 40.126,63 euro. De Raad van State is van oordeel dat de beslissing van de Controlecommissie in strijd is met de regel dat wetten waarbij sancties worden vastgesteld of zwaarder worden gemaakt, niet kunnen terugwerken. Die regel is vastgelegd in artikel 7 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, dat voorrang heeft op alle regels van nationaal recht. (02/05/2018) |